The forever wanderer

Travel

Jamaica, One happy island (reisverslag 1)

Vandaag precies een jaar geleden vertrok ik naar Jamaica. Vanwege een burn-out zat ik al maanden ziek thuis. Mijn vriendin die sinds enkele jaren in Kingston woont, nodigde me uit om haar op te zoeken. Gewoon om er even uit te zijn. Ik twijfelde in eerste instantie vanwege de toenmalige Corona-maatregelen, maar ik trok de stoute schoenen aan en vertrok toch richting The Happy Island Jamaica. Hier deel ik mijn reisverslag van mijn tijd in Jamaica.

White River, Ocho Rios, Jamaica
White River, Ocho Rios

Montego Bay

Sinds de pandemie vloog er geen rechtstreekse vlucht meer van Amsterdam naar Kingston, dus ik besloot via Brussel te vliegen naar Montego Bay. Mijn vriendin haalde me op van het vliegveld en van daaruit besloten we samen het eiland te verkennen. We verbleven eerst een nachtje in Montego Bay en de volgende ochtend vroeg vertrokken we met de auto richting Negril, een plaatsje aan het meest westelijke puntje van het eiland. De hele weg ernaartoe reden we langs de helder blauwe kust, het was zo mooi om te zien. We reden langs en dwars door allerlei kleine gemeenten, zoals Lucea. De naam heb ik onthouden omdat ik het een grappige naam vond, maar ook omdat het me zoveel aan Suriname deed denken. Ik voelde me er meteen thuis.

Negril

Negril is echt een toeristische stad. Op de lange hoofdweg rij je zo langs een ellenlange strip van resorts en hotels. De een nog mooier en groter dan de ander. Ons hotel was een leuk klein hotelletje, waarvan de naam mij is ontschoten. Het plan was om er één dag te blijven, maar uiteindelijk zijn wij twee dagen blijven hangen. De eerste dag mochten we de zee niet in om een of andere reden en ook het zwembad was gesloten vanwege onderhoud. We besloten een beetje rond de bar te hangen en in de avond hebben wij het absoluut leukste tentje van Negril gevonden: Kenny’s Italian Café.  Het eten was er heerlijk, de wijntjes ook. De muziek was off the charts; er was een live dj en die draaide  voornamelijk 90’s R&B. Heerlijk old school Bobby Brown nummers back to back. Ik was in elk geval helemaal in mijn sas. De absolute top was echter de inrichting… Dat maakte hem nou echt. Deze  was echt to die for….. We hebben er een regelrechte fotoshoot gehouden en betrokken zelfs het personeel erbij. De foto’s die we er maakten doen helaas de pracht van de inrichting geen eer aan.

De volgende ochtend wou ik graag de zon zien opkomen, maar omdat ik gewoon echt een lui persoon ben, was ik net te laat. Desondanks was de zee prachtig om te zien in het licht van de ochtend. We hebben uren in het water vertoeft. Fotoshoot na fotoshoot gehouden tot er op een gegeven moment een dame naast ons stond en ons hoorde praten:  een Jamaicaanse uit New York, die toevallig ook een tijdje in Amsterdam heeft gewoond. Het klikte meteen en we besloten met zijn drieën te gaan lunchen bij een echt Jamaicaanse lunchroom, waar wij Europeanen in plaats van echte Jamaicaanse lunch een French toast met Coffee namen. Ik had heel veel gehoord van het wereldberoemde Rick’s cafe en die wilde ik heel graag  bezoeken. Een café dat heel erg op toeristen gericht is, met een geweldige klif waar duikers tegen betaling van enorme hoogte de zee in duiken.  Het was nog erg vroeg, er waren niet veel duikers en ook niet veel toeristen op dat moment, maar het was zeker de moeite waard om een keer gezien te hebben. Vanuit Rick’s Cafe maakten we de reis weer terug naar Montego Bay, waar we weer een nachtje bleven slapen in Deja Resort. Een super chique resort, waar ik voornamelijk mijn buikje heb gevuld met taartjes en allerlei lekkernijen en waar wij heerlijk hebben gerelaxt op het privé strandje van het hotel: Doctor’s Cave beach.  Voordat we vertrokken uit Montego Bay hebben we nog snel een drankje gedaan bij Tracks & Records; het sportcafé van Usain Bolt.

Ocho Rios

We kwamen in de vooravond aan in Kingston en hebben de rest van de avond niet veel gedaan dan lekker hangen op de bank in het appartement van mijn vriendin. Het leuke aan een vakantie waar je de locals kent is dat je meegaat met hun dagelijkse bezigheden. Mijn vriendin was uitgenodigd om de volgende dag naar Ocho Rios te gaan met een groepje vrienden; we gingen picknicken bij een rivier; Thatch Hill River. Het gebied was slecht bereikbaar, maar wel heel mooi en echt een plek voor de locals; er waren geen toeristen te bekennen. Het nodigde echter niet uit om te zwemmen en we besloten een Airbnb te zoeken in de stad om er toch nog een dagje te blijven.

Mijn vriendin wilde me graag naar een andere rivier brengen om te raften: White River.  Met raften bedoelen ze in Jamaica iets compleet anders; een rit op de rivier op een bamboe bootje. Het was in één woord geweldig. De natuur is er zo mooi. De rivier heeft een voor mij vreemde blauw groene kleur en is ijs en ijskoud. Het raften was ten opzichte van Tatch Hill river de vorige dag, zeer toeristisch.  De rivier was druk met bootjes, desondanks had je rustig de tijd om foto’s te nemen en in het ijskoude water te zwemmen. Een leuke attractie is een schommel gemaakt van een autoband waar je over de rivier heen kan swingen. Onze raft bestuurder is een kennis van mijn vriendin dus hij deed extra zijn best om er een onvergetelijke belevenis van te maken. We voeren onder genot van gezellige dancehall muziek de andere kant van de rivier op en kwamen zo bij de kust. De rivier loopt hier letterlijk over in de zee. Het was zo bijzonder om te zien. Je stapt aan de ene kant van je raft het ijskoude water in en loopt zo een strand op, waar je aan de andere kant van het strand zo de warme zee in kan wandelen. De omgeving is super mooi om te zien. Je waant je echt in een paradijs. Onbeschrijfelijk mooi.

Van White River gingen we terug naar Kingston. We waren toen ook meteen in week twee aangekomen van mijn reis. Hierover vertel ik meer in een tweede reisverslag over mijn reis naar Jamaica.

Please follow and like us:
Pin Share

4 gedachten over “Jamaica, One happy island (reisverslag 1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Enjoy this blog? Please spread the word :)